De djinns zijn geestelijke wezens. Zij zijn in staat om te veranderen in verschillende vormen. Zij zijn geschapen uit lucht en rookloze vlam van vuur. Volgens sommige overleveringen zijn djinns in de vorm van verschillende dieren gezien. Vaak in de vorm van een slang.

Djinns zijn ook net als mensen aansprakelijk voor hun daden. Ook zij hebben de verantwoordelijkheid om te geloven en de gebeden uit te voeren. De profeet (saw) is als profeet niet alleen voor de mensen gestuurd, maar ook voor de djinns. Daardoor bestaan er verzen in de Kuran die beginnen met

Bovendien is de naam van de zevenentwintigste soera (hoofdstuk) van de Kuran soera el-Djinn.

Net zoals bij de mensen, kunnen djinns ook gelovigen en niet gelovigen zijn. Dat wil zeggen dat er zowel goede als slechte djinns bestaan. Zij zullen ook terechtgesteld worden voor hun daden. Goede djinns zullen beloond worden met de gelukzaligheid in het paradijs en slechte djinns zullen bestraft worden in de hel.

Imam Gazali zegt dat alleen de profeten de djinns en de engelen in hun oorspronkelijke gedaantes kunnen waarnemen en dat alleen sommige mensen, wiens bekwaamheden voor de spirituele wereld geopend zijn, hen in bepaalde gedaantes kunnen aanschouwen.^[2]